“Ik zie mezelf nog door de kamer ijsberen met het verzoek “omhoog” om me dienstbaar te mogen maken voor anderen. Na veertig jaar voor mezelf bezig te zijn geweest, in mijn eigen zaak, wilde ik nu graag iets anders doen.”
Dat meldde Theo Schoffelmeer aan een journaliste van het Katholieke Nieuwsblad. Hij zocht een antwoord op het gevoel van machteloosheid dat iedereen bekruipt bij het zien van televisiebeelden van alle ellende in de wereld. En zo, na veel ijsberen, ontstond in oktober 1968 de stichting Gezinsadoptie Jales.
“Ontwikkelingshulp, niet van land tot land, maar van mens tot mens”. Theo was één van die mensen die best iets voor een “goed doel” over hebben, maar het niet zo stimulerend vinden als hun geld dan in een algemene pot verdwijnt.“ In zijn stichting zouden deelnemers precies weten naar wie hun bijdragen toe gingen en wat er mee gedaan wordt. Hij bedacht het concept van steun van gezin tot gezin en was daarmee de eerste die begon met deze vorm van ontwikkelingssamenwerking.
Acht maanden na de start van Jales kon hij melden dat 150 gezinnen waren geadopteerd en werd het duidelijk dat hij op de goede weg zat. Die gezinnen woonden overigens in het dorp Jales, in Brazilïe. Na 25 jaar kon hij melden dat al ongeveer 16000 kinderen een goede stap hadden gemaakt naar een betere toekomst.
Toen hem te ore kwam dat de kinderen in de Filippijnen “zo mager waren dat ze weg vliegen met de wind” heeft hij het voedings- en voorlichtingsproject gestart.
En zo werkte hij gestaag door. Dag in dag uit was hij met Jales in de weer. Het werd voor hem een levenswerk.
Theo was ook een realist: “Wij kunnen de armoede in de wereld niet oplossen. Het is echter maar moeilijk over te brengen hoe gelukkig we één gezin kunnen maken door een beetje in hun dagelijkse zorgen te delen”
Theo overleed op 12 oktober 2007.